Nokia 3120 - BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE

background image

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE

Verkeersveiligheid

Gebruik geen handtelefoon terwijl u een auto bestuurt. Bewaar de telefoon altijd in de
houder; leg de telefoon niet op de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon los kan
raken bij een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.

Verkeersveiligheid heeft altijd voorrang!

Gebruiksomgeving

Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel de
telefoon altijd uit op plaatsen waar het verboden is deze te gebruiken of waar het gebruik
ervan storing of gevaar kan veroorzaken.

Maak alleen normaal gebruik van de telefoon.

Bepaalde delen van de telefoon zijn magnetisch. Metalen voorwerpen kunnen worden
aangetrokken door de telefoon. Personen met een gehoorapparaat moeten de telefoon niet
tegen het oor met het gehoorapparaat houden. Klik de telefoon altijd goed vast in de houder.
De hoofdtelefoon kan worden aangetrokken door metalen voorwerpen. Houd creditcards en
andere magnetische opslagmedia uit de buurt van de telefoon, omdat de gegevens op deze
media kunnen worden gewist.

Elektronische apparaten

De meeste elektronische apparatuur is beschermd tegen radiofrequentiesignalen (RF-
signalen). Het is echter mogelijk dat bepaalde elektronische apparaten niet beschermd zijn
tegen de RF-signalen van de draadloze telefoon.

background image

136

Copyright

© 2005 Nokia. All rights reserved.

Pacemakers

Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 20 cm afstand moet worden
gehouden tussen een draadloze handtelefoon en een pacemaker om mogelijke storing van
de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke
onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research. Voor mensen met een
pacemaker geldt het volgende:

Houd de telefoon op meer dan 20 cm afstand van uw pacemaker als de telefoon is
ingeschakeld;

Draag de telefoon niet in een borstzak;

Houd de telefoon bij het oor aan de andere zijde van het lichaam dan waar de pacemaker
zich bevindt om de kans op storing te minimaliseren.

Als u denkt dat er storing optreedt, moet u de telefoon onmiddellijk uitschakelen.

Gehoorapparaten

Sommige digitale draadloze telefoons kunnen storing in bepaalde gehoorapparaten
veroorzaken. Als u last hebt van dergelijke storing, kunt u contact opnemen met uw
netwerkexploitant.

Andere medische apparatuur

Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van mobiele telefoons, kan storing
veroorzaken bij het functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur.
Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het
apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt. Schakel de
telefoon uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt.
Ziekenhuizen en andere instellingen voor gezondheidszorg kunnen gebruik maken van
apparatuur die gevoelig is voor externe RF-energie.

background image

137

Copyright

© 2005 Nokia. All rights reserved.

Voertuigen

RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde
voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende beschermd zijn (bijvoorbeeld
elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip-remsystemen (of
antiblokkeer-remsystemen), systemen voor elektronische snelheidsregeling,
airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant van uw voertuig of een vertegenwoordiger van de
fabrikant voor meer informatie. Raadpleeg ook de fabrikant van eventueel in uw auto
geïnstalleerde apparatuur.

Borden

Schakel de telefoon uit in gebouwen waar dit door middel van borden wordt gevraagd.

Explosiegevaarlijke omgevingen

Schakel de telefoon uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle
aanwijzingen en instructies op. Vonken kunnen op dergelijke plaatsen een explosie of brand
veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden kunnen vallen.

Gebruikers wordt geadviseerd om de telefoon uit te schakelen in benzinestations. Gebruikers
worden gewezen op de noodzaak om zich te houden aan de beperkingen van het gebruik van
radioapparatuur in brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken of op plaatsen waar met
explosieven wordt gewerkt.

Plaatsen met explosiegevaar zijn vaak, maar niet altijd, duidelijk gemarkeerd. Dergelijke
plaatsen zijn onder andere scheepsruimen, chemische overslag- of opslagplaatsen,
voertuigen die gebruik maken van LPG (onder andere propaan of butaan), gebieden waar de
lucht chemicaliën of fijne deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof of metaaldeeltjes bevat en
andere plaatsen waar u gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te zetten.

background image

138

Copyright

© 2005 Nokia. All rights reserved.

Voertuigen

De telefoon mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto worden
gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die
eventueel van toepassing is doen vervallen.

Controleer regelmatig of de draadloze-telefoonapparatuur in uw auto nog steeds goed is
bevestigd en naar behoren functioneert.

Zorg ervoor dat de telefoon, onderdelen ervan of bijbehorende accessoires zich niet in
dezelfde ruimte bevinden als brandbare vloeistoffen, gasvormige materialen of explosieven.

Voor auto's met een airbag geldt dat de airbag met zeer veel kracht wordt opgeblazen. Zet
geen voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of draagbare draadloze apparatuur, in de
ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet
goed is geïnstalleerd in de auto kan dit ernstige verwondingen veroorzaken als de airbag
wordt opgeblazen.

Het is verboden de telefoon in een vliegtuig te gebruiken. Schakel de telefoon uit voordat u
een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telefoons kan gevaarlijk zijn voor de
werking van het vliegtuig en kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren. Bovendien kan
het in strijd met de wet zijn.

Het negeren van deze voorschriften kan ertoe leiden dat de overtreder het gebruik van
telefoondiensten (tijdelijk) wordt ontzegd en/of dat gerechtelijke stappen worden
ondernomen.

background image

139

Copyright

© 2005 Nokia. All rights reserved.

Alarmnummer kiezen

Belangrijk: Zoals alle draadloze telefoons maakt ook deze telefoon gebruik van
radiosignalen, draadloze netwerken en kabelnetwerken en door de gebruiker
geprogrammeerde functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle
omstandigheden worden gegarandeerd. Het is daarom van groot belang dat u nooit
alleen vertrouwt op een draadloze telefoon voor het tot stand brengen van
essentiële communicatie (bijvoorbeeld bij medische noodgevallen).

Het is mogelijk dat in sommige draadloze telefoonnetwerken of wanneer bepaalde
netwerkdiensten en/of telefoonfuncties in gebruik zijn, geen alarmnummers
kunnen worden gebeld. Neem voor meer informatie contact op met uw
netwerkexploitant.

Een alarmnummer kiezen:

1. Schakel de telefoon in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de ontvangst van het

signaal sterk genoeg is.

In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste SIM-kaart noodzakelijk zijn.

2. Druk zo vaak als nodig is op

(bijvoorbeeld om een gesprek te beëindigen, een menu af

te sluiten, enzovoort) om het scherm leeg te maken en de telefoon gereed te maken voor
een oproep.

3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt (bijvoorbeeld 911, 112 of

een ander officieel alarmnummer). Alarmnummers verschillen van land tot land.

4. Druk op de toets

.

Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies moet uitschakelen
voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Voor meer informatie hierover raadpleegt u deze
handleiding of de exploitant van uw telefoonnetwerk.

background image

140

Copyright

© 2005 Nokia. All rights reserved.

Vergeet niet bij het bellen van een alarmnummer alle noodzakelijke informatie zo
nauwkeurig mogelijk te omschrijven. Uw draadloze telefoon is mogelijk het enige
communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk; verbreek de verbinding niet voordat u
daarvoor toestemming hebt gekregen.

Informatie over certificatie (SAR)

DIT APPARAAT VOLDOET AAN DE INTERNATIONALE RICHTLIJNEN VOOR BLOOTSTELLING
AAN RADIOGOLVEN.

Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het apparaat is zo ontwikkeld en
geproduceerd dat deze voldoet aan de emmissiebeperkingen voor radiofrequentiesignalen
(RF-signalen) die worden aanbevolen door internationale richtlijnen (ICNIRP). Deze
beperkingen maken deel uit van uitgebreide richtlijnen en definiëren het toegestane niveau
voor RF-energie voor de algemene bevolking. Deze richtlijnen zijn ontwikkeld door
onafhankelijke wetenschappelijke organisaties door middel van periodieke en grondige
evaluaties van wetenschappelijke studies. In deze richtlijnen is een grote veiligheidsmarge
ingebouwd om de veiligheid van alle personen te kunnen waarborgen, ongeacht de leeftijd
of gezondheidstoestand.

De standaard voor blootstelling aan mobiele apparatuur wordt uitgedrukt in de
maateenheid SAR (Specific Absorbtion Rate). De SAR-limiet die wordt vermeld in de
internationale richtlijnen is 2,0 W/kg*. Bij tests voor SAR worden de standaardposities
gebruikt, waarbij het apparaat in alle gemeten frequentiebanden het hoogst toegestane
energieniveau gebruikt. Hoewel de SAR wordt bepaald op het hoogst toegestane
energieniveau, kan het werkelijke SAR-niveau van het apparaat tijdens gebruik sterk lager
liggen dan de maximumwaarde. Dit komt doordat het apparaat is ontworpen voor gebruik
bij verschillende energieniveaus, zodat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om
verbinding te maken met het netwerk. Over het algemeen geldt dat hoe dichter u zich bij een
zendmast bevindt, hoe minder energie het apparaat gebruikt.

background image

141

Copyright

© 2005 Nokia. All rights reserved.

De hoogste SAR-waarde die dit apparaat heeft bereikt tijdens tests voor gebruik naast het
oor is 0,79 W/kg.

Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen wanneer het op
normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van
minimaal 2,2 cm van het lichaam bevindt. Wanneer het apparaat op het lichaam wordt
gedragen in een draagtasje, riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen geen metaal
bevatten en moet het product zich op een afstand van minimaal 2,2 cm van het lichaam
bevinden.

Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet dit apparaat kunnen beschikken
over een goede verbinding met het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengen van
databestanden of berichten vertraging oplopen tot een dergelijke verbinding beschikbaar is.
Houd u aan de bovenstaande afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht is voltooid.

*De SAR-limiet die voor mobiele apparatuur voor het publiek wordt gehanteerd, is 2,0 watt/
kilogram (W/kg) evenredig verdeeld over tien gram lichaamsweefsel. In de richtlijnen is een
aanzienlijke veiligheidsmarge ingebouwd, voor extra bescherming en om eventuele
meetvariaties te ondervangen. SAR-waarden kunnen variëren, afhankelijk van nationale
rapportage-eisen en de netwerkband. Meer informatie over SAR in andere regio's kunt u
vinden onder "product information" op de website van Nokia op www.nokia.com.